Door het normaliseren van staal krijgt het materiaal een fijnkorrelige structuur, waardoor het beter te bewerken is. Maar wat is normaliseren van staal en wat zijn hier de voordelen van? Lees het in deze blog.
Bij het normaliseren van staal brengen we het materiaal voor een bepaalde tijd op een temperatuur tussen de 800 en 1000 graden Celsius. De tijd van verwarmen is afhankelijk van de constructie en het materiaal. Na het verwarmen wordt het materiaal afgekoeld door een blootstelling aan geforceerde lucht of een waternevel. Het normaliseren van staal heeft tot doel een uniforme en zo fijn mogelijke structuur te vormen met een vrij ronde korrel, onafhankelijk van de voorbehandeling. Vooral ongelegeerde staalsoorten hebben in de genormaliseerde toestand de beste combinatie van sterkte en taaiheid. De toestand van de zogenaamde normale structuur met de oorspronkelijke sterkte en taaiheid van het staal kan altijd worden hersteld en gereproduceerd door normalisatie, ongeacht het type van de oorspronkelijke structuur of voorbehandeling. Het normaliseren van staal wordt ook wel normaalgloeien genoemd.
Normaliseren is bijvoorbeeld nodig na een koudwalsprocédé. De uitgerekte microstructuurkorrels die tijdens het walsen ontstaan, worden door het normaliseren weer in een afgeronde vorm gebracht. Dit verbetert de taaiheid van het werkstuk en maakt verder vervormen mogelijk zonder dat het werkstuk barst. Lasprocessen kunnen leiden tot grove korrelvorming met te weinig sterkte. Normaliseren verkleint de korrelgrootte weer en verhoogt zo de sterkte van het materiaal.
Zoals hierboven beschreven zorgt het normaliseren van staal ervoor dat de structuur veranderd in een fijne korrel. Bij het smeden of gieten van staal is de structuur niet homogeen en bestaat het materiaal uit grote korrels. Bij normaliseren van staal krijg je fijne korrels, waardoor het materiaal veel beter te bewerken is. Daarnaast zorgt de fijne structuur ervoor dat het staal gasdichter is en dus ook minder snel gaat ‘lekken’. Daarnaast kun je door middel van het normaliseren van staal, oftewel normaalgloeien, een vervorming van staal realiseren.
In staalgietstukken met 0,15 % tot 0,35 % koolstof kan zich op sommige plaatsen ongewenst, aciculair ferriet vormen als gevolg van ongelijkmatige afkoeling. Dit proces leidt tot een lagere taaiheid. Normaliseren lost het ferriet op en verbetert de taaiheid weer. Ongelegeerd staal met C-gehalte < 0,8% (hypoeutectoïde) wordt volledig austenitisch gemaakt door normaliseren, waarbij de gloeitemperatuur 30 tot 50 °C boven Ac3 (G-S lijn in het ijzer-koolstofdiagram) ligt – d.w.z. in het bereik van 800 °C tot 950 °C. De gloeitemperatuur moet tussen 680 °C en 950 °C liggen. De verwarming dient zo snel mogelijk te geschieden tussen 680 °C en Ac3. Staal met een C-gehalte > 0,8% (hypereutectoïde) wordt gegloeid bij een lagere temperatuur van ongeveer 30 °C tot 60 °C boven de Ac1 temperatuur (S-K bereik in het ijzer-koolstof diagram, Ac1 is gelijk aan 723 °C) om volledige austenitisatie te voorkomen. De houdtijd tijdens het normaliseren moet ca. 60 minuten + wanddikte in mm bedragen om grove korrelvorming te voorkomen. Na het verstrijken van de houdtijd moet eerst in de lucht (buiten de oven) worden afgekoeld tot ca. 600 °C en vervolgens in de oven weer tot ca. 300 °C om de vorming van hoge restspanningen te voorkomen.
Wil je meer weten over de mogelijkheden betreft het normaliseren van staal? Neem gerust vrijblijvend contact op met één van onze specialisten.
Wilt u meer informatie over de mogelijkheden van inductieverwarming? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met de specialisten van Smit Heat Treatment.
Wilt u meer informatie over de mogelijkheden van inductieverwarming? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met de specialisten van Smit Heat Treatment.